Wat is stikstof?
Teveel stikstof is slecht voor de natuur. Planten die van stikstof houden, zoals grassen, brandnetels en bramen, groeien extra hard. Zo verdringen ze kwetsbare planten.
Stikstof is van zichzelf niet schadelijk voor mensen en de natuur. De lucht die we inademen bestaat voor het grootste deel uit stikstofgas (N2). Samen met zuurstof en waterstof vormt stikstof ook verbindingen als stikstofoxiden (NOx) of ammoniak (NH3). De problemen rondom stikstof gaan over deze stikstofoxiden en ammoniak. Stikstofoxiden komen vooral in de lucht terecht door verbranding van fossiele brandstoffen, zoals de uitlaatgassen van het verkeer en de uitstoot van de industrie. Ammoniak komt voornamelijk vrij in de landbouw door verdamping uit mest. De uitstoot van stikstof in Nederland behoort tot de hoogste van de wereld. De stikstofoxiden en ammoniak in de lucht komen uiteindelijk in de bodem terecht. En dat heeft negatieve gevolgen voor de biodiversiteit, de verscheidenheid aan planten en dieren in Nederland. Bekijk hieronder de schematische weergave van de stikstofproblematiek (bron: RIVM).
Wat doet stikstof met de natuur?
Te veel stikstofoxiden en ammoniak is slecht voor de natuur. Het leidt tot vergiftiging, vermesting en verzuring.
- Vergiftiging
Voor sommige mossen en korstmossen is een te veel aan ammoniak in de lucht direct giftig. Deze zijn reeds uit Nederland verdwenen of bijna verdwenen.
- Vermesting
Te veel stikstofoxiden en ammoniak hebben als voedingsstof een sterk vermestend effect. Planten die van stikstof houden, zoals grassen en brandnetels groeien extra hard. Ze verdringen in van oorsprong schrale natuur kwetsbare planten. Insecten en andere dieren die afhankelijk zijn van deze planten verdwijnen daardoor ook. Open gebieden zoals stuifzand en heide groeien sneller dicht tot bos. Soorten sterven uit en het landschap wordt eentonig.
- Verzuring
Ook is er een verzurend effect. Door de ammoniak uit mest die op de bodem neerslaat, verzuurt de grond. Belangrijke mineralen als calcium, kalium en magnesium lossen op en spoelen weg. Planten die niet tegen een zure bodem kunnen, zullen verdwijnen omdat ze niet de juiste voedingsstoffen kunnen opnemen. De effecten zijn bijvoorbeeld goed zichtbaar op de Veluwe. Hier is een groot gebrek aan kalk in de bodem. Eiken kunnen niet de juiste voedingsstoffen opnemen, hun wortelgroei neemt af en ze worden vatbaar voor droogte en vraat. In combinatie met extreme droogte of plaagdieren sterven ze versneld af. Voor vogels, insecten en slakken is die kalk onmisbaar. Je ziet nu dat de eierschalen van koolmezen te dun zijn en dat mezenkuikens hun pootjes al in het nest breken door gebrek aan kalk voor hun botten.
Gevolg verlies aan biodiversiteit
Al deze effecten bij elkaar zorgen voor een sterk verlies aan biodiversiteit. Met een aangepast en intensiever natuurbeheer dat onder andere door Natuurmonumenten wordt uitgevoerd, kunnen al deze negatieve effecten in de meeste kwetsbare habitattypen onvoldoende worden tegengegaan om de natuur te herstellen. Er is slechts sprake van tijdelijke overleving en de vermindering van de stikstofdepositie is onvermijdelijk om de natuur te laten overleven en niet verder achteruit te laten gaan.
Te veel stikstof ook gevaar voor voedselproductie
De natuur in Nederland staat al lange tijd ernstig onder druk. Afgelopen 30 jaar is in het landelijk gebied in Nederland 76% van de insecten verdwenen. Ook staat meer dan een derde van de soorten in Nederland op de Rode Lijst, wat betekent dat ze met uitsterven bedreigd worden.
Te veel stikstof is niet alleen slecht voor de natuur. Door het verdwijnen van soorten komt ook onze voedselproductie in gevaar en gaat de kwaliteit van het bodemleven achteruit. We hebben insecten zoals bijen en vlinders hard nodig voor de bestuiving van landbouwgewassen. Bovendien zorgen ammoniak en stikstofoxiden voor luchtvervuiling. Hierdoor tast het ook onze gezondheid aan.