Ga direct naar inhoud

Achtergrondinformatie - Natuurherstel Loonse en Drunense Duinen

Gevarieerde zandverstuivingen bestaan uit twee typen leefgebieden, namelijk zandverstuivingen en stuifzandheiden met struikheide.

Loonse en Drunense duinen

Zandverstuivingen

Ze worden ook wel "Atlantische woestijnen" genoemd. Hier wordt het kale zand afgewisseld met begroeiingen van buntgras, algen, mossen en korstmossen. Deze pionierplanten leggen het bewegende zand vast. Er heerst vaak extreme droogte en de temperatuurverschillen tussen dag en nacht kunnen oplopen tot 50 graden.

Alleen soorten die zijn aangepast aan deze extreme omstandigheden kunnen hier overleven. Zandverstuivingen zijn daarom over het algemeen soortenarm. De aanwezigheid van overgangen van zand naar heide en van heide naar bos, maken de zandverstuivingen echter veel leefbaarder voor veel dieren. Hier vinden ze voedsel en beschutte plekjes om te schuilen en te broeden.

Stuifzandheide met struikheide

Stuifzandheide met struikheide ontstaat uit zandverstuivingen. Het is een warm en droog leefgebied, waar vooral kevers, sprinkhanen, vlinders, reptielen en vogels zich thuis voelen. Naast struikheide groeien er mossen en korstmossen en pionierplanten van open zand. Het komt in De Loonse en Drunense Duinen voor binnen het stuifzandgebied en op enkele geïsoleerde heideveldjes temidden van de naaldbossen.
Om dit type leefgebied voor dieren te verbeteren heeft Natuurmonumenten de geïsoleerde heideveldjes met elkaar verbonden, zodat een groter aaneengesloten oppervlakte ontstaat.

Bijzondere planten en dieren

Het stuifzandherstelplan zal positieve gevolgen hebben voor dieren en planten die specifiek gebonden zijn aan een leven in gevarieerde zandverstuivingen.Bijzondere dieren die hier leven zijn onder andere de nachtzwaluw, boomleeuwerik, roodborsttapuit, duinpieper, tapuit, draaihals, boompieper, veldleeuwerik, levendbarende hagedis, heivlinder, graafwespen en -bijen, zandloopkevers, spinnen, sprinkhanen. Verder komen hier hele specifieke korstmossen en paddenstoelen voor, zoals rood bekermos en de indigoboleet.

Luchtvervuiling versnelt dichtgroeien stuifzand

Door neerslag van meststoffen en zure regen groeit het gebied versneld dicht. Zo stimuleert stikstof de algengroei, waardoor het zand wordt afgedekt met een algenmat. Andere planten, zoals buntgras en mossen, kunnen zich in dit vastgelegde zand makkelijker vestigen.De natuur doorloopt altijd een aantal stadia waarin kaal zand zich ontwikkelt tot bos. Dit is de natuurlijke successie.

In een levend stuifzandgebied verloopt de natuurlijke successie door de hoge dynamiek van het stuivende zand traag. Maar zonder voldoende windsterkte en met extra ‘mest’ wordt het eindstadium bos veel sneller bereikt. De algengroei wordt door stikstof uit de lucht extra gestimuleerd en de algen verlijmen als het ware de zandkorrels. Hierdoor kan het zand niet meer in verstuiving komen en wordt het versneld gekoloniseerd door mossen en heide. Hierin kunnen zaden van bomen makkelijk ontkiemen.