Projectbeschrijving - Natuurherstel Korenburgerveen
Als een kommetje ligt het Korenburgerveen in het omringende landbouwgebied. In dit moeras liggen restanten van het zeldzame hoogveen. De kwaliteit van het Korenburgerveen werd bedreigd doordat de waterhuishouding niet aansloot bij de eisen die een gezond veengebied stelt. Door de snelle afvoer van water, de instroom van voedselrijk water en de grote wisselingen in grondwaterstand, lekte er te veel water weg. Het veen verdroogde en raakte steeds verder overgroeid door bos. Om het veen weer een kans te geven heeft Natuurmonumenten maatregelen getroffen die tussen 2000 en 2005 zijn uitgevoerd.
Alleen forse ingrepen in de waterhuishouding konden het veen redden. Natuurmonumenten wilde bereiken dat het water langer wordt vastgehouden, dat er minder wisselingen in de waterstand zijn en dat het water van een constante, voedselarme kwaliteit is. Om dit te realiseren is een stelsel van dammen en dijken aangelegd, zijn enkele stuwtjes geplaatst en een aantal sloten gedempt. Een aantal sloten is ondieper gemaakt. Het veen is nu in feite in compartimenten verdeeld. De beheerder kan met de stuwen het waterpeil in de verschillende compartimenten op de gewenste stand instellen. De ingrepen zorgen ervoor dat het regenwater wordt vastgehouden en niet langer weg kan sijpelen naar de sloten.
De waardevolle blauwgraslanden in het Korenburgerveen dreigden te verdwijnen omdat de invloed van voedselrijk water te groot was. Naast maatregelen in de waterhuishouding is de bodem verschraald door afplaggen.
Bufferzone
De boeren in de omgeving mogen geen overlast ondervinden van de maatregelen. Daarom is er een bufferzone rondom het veengebied gemaakt. Een overgang tussen het natte veen en het droge boerenland. Toch waren nog meer maatregelen nodig om wateroverlast te voorkomen. Op de grens van de bufferzone is naast de bestaande Schaarsbeek, een tweede sloot gegraven. De Schaarsbeek hoeft daardoor minder water af te voeren en biedt een buffer die voorkomt dat het veen leeg sijpelt.
Samenwerking
Met het Korenburgerveen wordt ook het Meddosche Veen, Vragenderveen en Corlesche Veen bedoeld. Tezamen vormen ze een aaneengesloten veengebied met drie eigenaren: Natuurmonumenten, Stichting Marke Vragenderveen en de gemeente Winterswijk. De Stichting Marke Vragenderveen en de gemeente hebben de uitvoering van het project overgelaten aan Natuurmonumenten.
Subsidie
De realisatie van het project is mogelijk door financiële hulp van de Europese Gemeenschap. Een groot deel van de kosten wordt betaald uit subsidies van de Europese LIFE-natuurregeling.
Voortgang
De werkzaamheden zijn uitgevoerd tussen 2000 en 2005. Een belangrijk deel van de werkzaamheden bestond uit het plaatsen van damwanden. Op sommige plekken moest eerst bosopslag verwijderd worden voordat de damwanden aangebracht konden worden. Het plaatsen van de damwanden was een lastige klus in een nat gebied met een kwetsbare ondergrond. De planken van de damwand zijn ingebracht tot op de zandondergrond. Het zand ligt niet overal even diep onder het oppervlakte. De lengte van de planken varieert dan ook tussen de een en drie meter.
Als eerste is begonnen in het Meddose Veen. In dit deel van het veen zijn eikenplanken gebruikt. Omdat eikenhout krimpt in de zon, zijn deze damwanden afgedekt met een laag grond. Door de vele rijbewegingen van de machines is de ondergrond, ondanks voorzorgsmaatregelen, beschadigd. Daarom is voor de daarop volgende werkzaamheden in het Vragenderveen en het Corlese Veen gekozen voor aanvoer van een groot deel van de materialen door de lucht en voor het gebruik van zogenaamd Platohout.
Platohout is grenen hout dat onder hoge druk wordt ’gekookt’, vervolgens gedroogd en tenslotte in droge toestand verhit. Door dit proces wordt het hout net zo duurzaam als eikenhout. Platohout is licht in gewicht en werkt niet onder invloed van zon en vocht. Afdekken met grond is daarom niet nodig.
Een helikopter bracht het hout voor de damwanden in afgepaste pakketten naar de gewenste plek, waar een klein kraantje de planken op hun plaats trilde en vast zette. Omdat de damwanden boven het maaiveld uitsteken, kunnen ze een barrière vormen voor kleine dieren. Om dit te verhelpen is grond, veen of stammen van gekapte bomen tegen de damwand aangelegd.
Om veenmosgroei te stimuleren is bos gekapt in de delen die toegankelijk zijn voor machines. Eveneens zijn er delen geplagd.
Extra werkzaamheden
De uitgevoerde maatregelen hebben een aanzienlijke verbetering van de milieuwaarden en de ontwikkeling van hoogveenflora in gang gezet. Toch doen zich in het gebied nog enkele problemen voor, die in 2010 zullen worden aangepakt. Zo worden lekkages in damwanden gedicht en andere maatregelen getroffen om de waterhuishouding te verbeteren. Ook komt er op sommige plaatsen plankier op de damwanden, zoals ze als wandelweg kunnen worden gebruikt.
Resultaten
De verwachting is dat het hoogveen weer volop gaat groeien. Over zo’n 50 jaar zal het veenmos als een groen golvend tapijt over de dammen en dijken liggen. Uit inventarisaties blijkt al een duidelijke toename van veenmosgroei te zijn. Vooral in het centrale deel van het veen. In het Korenburgerveen staan vele struiken en bomen, zoals gagel, berken, wilgen en eiken. Een prachtig gezicht, maar de bomen horen helemaal niet in het hoogveen thuis. Hoogveen hoort nat en drassig te zijn. Doordat het gebied natter zal wordt, sterven bomen af. In de toegankelijke delen van het veen zijn bomen gekapt en weggesleept. In de nattere delen zullen de dode bomen blijven liggen.
Het Korenburgerveen is bekend om de vele libellensoorten, zoals de maanwaterjuffer, de venwitsnuitlibel, het bonte dikkopje en de viervlek. Ook veel bedreigde libellensoorten komen hier nog steeds voor. Dankzij de maatregelen zijn de leefomstandigheden voor bepaalde vlindersoorten verbeterd. Zo is het gentiaanblauwtje in de zomer in het veen te zien. Het veenhooibeestje zal zich hier eveneens thuisvoelen. Ook kunnen echte veenplanten weer volop groeien, zoals eenarig wollegras, lavendelheide en het witte veenpluis.