Zwakke vogeltjes door te veel stikstof
Heerlijk om te horen, al die vogels die nu al volop zingen in het bos. Voor hen staat het broedseizoen voor de deur. Sommige zijn zelfs al met nestelen begonnen. Maar de afloop is ongewis. De overmaat aan stikstof in de natuur zorgt in menig vogelnest voor verzwakte kuikens.
Dunne eierschalen en kuikens met gebroken pootjes. Onderzoeker Arnold van den Burg van de Stichting Biosfeer toonde in 2017 al aan dat calciumgebrek tot grote problemen leidt bij mezen op de Veluwe. Veel legsels gaan verloren.
Stille tragiek
De oudervogels vinden te weinig insecten en rupsen voor hun kroost. En wat ze wel vangen, bevat onvoldoende voedingsstoffen. De rupsen en insecten zijn namelijk weer afhankelijk van de bladeren die ze eten. Bladeren met te weinig voedingsstoffen zoals calcium, kalium, magnesium en mangaan. De boomwortels voorzien de bladeren daar onvoldoende in omdat de bodem verzuurt door neerslag van stikstof. Zo gaat het mis van wortel naar boomblad, van rups tot zangvogel.
En de cyclus gaat nog verder. Bij sperwers, kleine roofvogels die vooral zangvogels eten, is het effect nog groter. In de legperiode spreken vrouwtjessperwers zelfs hun botspieren aan om hun eieren van extra voedingsstoffen te kunnen voorzien. Als ze nog eieren leggen, want vaak komen ze daar niet meer aan toe. Menig nest wordt voortijdig verlaten. Zo wordt het stiller en stiller in het bos.
Kwijnende eiken
De problemen doen zich vooral voor op de droge zandgronden in Nederland. Dat merken we ter plekke in het Grote Veld bij Vorden, een bos met heideveldjes, stukjes open zand en een paar vennetjes. Samen met ecoloog Robert Ketelaar van Natuurmonumenten wandel ik er door de stilte. We horen wat gepiep in de verte, maar veel is het niet. Terwijl het in veel bossen best goed gaat met de vogelstand, daalt het aantal broedvogels op de stikstofgevoelige hoge zandgronden al dertig jaar.
Dat verlies is een direct gevolg van stikstof in de natuur, vertelt Robert. “Stikstof zorgt ervoor dat mineralen snel vergaan. Ze verdwijnen uit de toplaag van de bodem, ten nadele van bomen en planten die mineralen voor hun groei nodig hebben. Zomereiken bijvoorbeeld, die kwijnen langzaam weg. Hun bladeren bevatten minder voedingsstoffen voor rupsen. En dus ook voor vogels die rupsen eten. Juist rupsen zijn voor opgroeiende kuikens van levensbelang. Bij mezen is de schade van het broedsel al aangetoond, maar waarschijnlijk geldt het voor veel meer vogels op de droge zandgronden. De hele keten raakt ontwricht.”
Tegenhanger
De verzuurde bodem kan zich nauwelijks nog herstellen, benadrukt Robert. “Normaal gesproken worden zuren in de bodem geneutraliseerd door zogeheten basen, stoffen die als tegenhanger fungeren. Die basen zijn in droge zandgronden afkomstig van mineralen in de bodem. Maar door de enorme hoeveelheid zuur die de afgelopen decennia in de bodem terecht is gekomen, zijn vrijwel alle belangrijke mineralen verweerd. Ze zijn als het ware opgelost. De bodem heeft nu vrijwel geen weerstand meer en verzuurt in hoog tempo.”
Mest
Verderop in het bos wijst Robert op een ander probleem van stikstof. “Het werkt als een soort mest voor planten die van stikstof houden, zoals grassen, brandnetels en bramen. Die groeien extra snel en overwoekeren de oorspronkelijke vegetatie.”
De ecoloog kijkt om zich heen tussen meterslange bramentakken aan de bosrand. “Van oudsher groeien bramen vooral op rijkere gronden en in oude bossen, maar nu veroveren ze dankzij stikstof ook de voedselarme zandgronden. Dat gaat ten koste van struikheide, pilzegge, tormentil, havikskruid en vele andere planten. Daarmee verdwijnen ook de wilde bijen, graafwespen en vlinders die van deze planten afhankelijk zijn. De natuur wordt steeds verder uitgekleed.”
Algen
In het open veld zijn weer andere stikstofminnaars die het landschap domineren. Zandige stukken zijn bedekt met algen of tankmos. “Voor een kleine loopkever die van open zand houdt is dit een ondoordringbaar oerwoud geworden. En algen verstikken de grond. Typische bloemen en planten die hier van oudsher voorkomen, ontkiemen niet meer.”
Hoop
Zo winnen gras, braam, mos en alg terrein, ten koste van een levendig landschap waar het vroeger wemelde van de bloemen, vlinders en vogels. Je zou er somber van worden.
Toch houdt Robert hoop. “Het is ons ook gelukt om zwaveldioxide, de veroorzaker van zure regen in de jaren tachtig, te beteugelen. Dat moet met stikstof ook mogelijk zijn. Als de wil er is, zijn we ertoe in staat.
Daarnaast zijn herstelmaatregelen nodig. Om de bodem te verbeteren kun je denken aan een hogere grondwaterstand en een andere bomensamenstelling van onze bossen op arme zandgronden. De linde, hazelaar en zoete kers zijn motoren voor een goed bodemleven.
Ook zijn er hoopgevende proeven gedaan met het verspreiden van steenmeel over verzuurde bodems. De mineralenhuishouding verbeterde en verdwenen planten keerden terug. De aanvoer van steenmeel (uit de Eifel of Noorwegen) en de gigantische hoeveelheden die nodig zijn roepen echter wel bezwaren op. Het is een pleister op de wonde, maar kan wel een aanzet vormen voor herstel. Maar we moeten vooral de bron niet vergeten. Alle herstelmaatregelen hebben alleen kans van slagen als dat gepaard gaat met een beleid dat de neerslag van stikstof drastisch terugdringt.”
Stikstof-excursie
Zelf zien wat de overmaat aan stikstof doet met de natuur? Ga dan mee met onze boswachter en boek onderstaande stikstof-excursie:
Eerder verschenen artikelen over de gevolgen van teveel stikstof in de natuur in de Nieuwkoopse Plassen (ZH) en in Kampina (NB).
Lees ook ons standpunt over stikstof en de projecten die we uitvoeren om de schade die de overdaad aan stikstof in de natuur aanricht, zo goed mogelijk te herstellen.