Werk in uitvoering Witte Veen
We gaan komende jaren aan het werk in het Witte Veen. We gaan in fasen aan het werk omdat we rekening moeten houden met het broedseizoen en we zo min mogelijk dieren willen verstoren. Waarom en waarvoor we dat doen leggen we graag uit.
Witte Veen, bijzonder hoogveengebied
Het Witte Veen is met haar 30 hectare hoogveen uniek in Nederland. Het gebied is belangrijk voor veel recreanten maar het is minstens zo belangrijk als klimaatbuffer: water en CO2 worden optimaal vastgehouden. Daarnaast is het Witte veen een belangrijk leefgebied voor veel unieke soorten zoals de hoogveenglanslibel, nachtzwaluw, boomkikker, glimworm, kamsalamander en kraanvogel.
Waarom gaan we aan het werk
Op dit moment heeft het hoogveen last van verdroging en verzuring. Het doel van de inrichtingsmaatregelen is het krijgen van een betere natuurkwaliteit. We gaan verdroging tegen en zorgen voor een optimale en grotere leefomgeving van plant- en diersoorten die horen bij het hoogveenlandschap.
We gaan bijvoorbeeld bos omvormen, fosfaatrijke toplagen afgraven, greppels dempen, een voorde aanleggen, zandpaden ophogen, heide opschonen, vennen herstellen en stuwen herinrichten. Allemaal werkzaamheden die de waterhuishouding verbeteren. Het effect zal zijn dat we water langer vasthouden in de gebieden. Het zal natter worden maar het waterpeil stijgt niet. Er is dus weinig effect op de omgeving.
De bijna onzichtbare nachtzwaluw
We berichtten al eerder over de glimworm die zich nog laat zien in het Witte Veen. Ook de geheimzinnige nachtzwaluw komt er voor. Deze vogel is, zoals zijn naam al zegt, in de nacht actief. Wanneer ze in het voorjaar net terug zijn uit Afrika en nog een plekje moeten veroveren, vliegt het mannetje met ratelend geluid en met klapperende vleugels rondjes. Aan de ene kant om zijn plek te verdedigen, aan de andere kant om een vrouwtje te lokken. Overdag zal je ze niet zo snel zien, want ze zijn heel goed gecamoufleerd.
Ze eten in hun vlucht grote insecten zoals nachtvlinders maar ook kevers en vliegen. Het vrouwtje maakt geen nest; de eieren worden op de kale bodem neergelegd onder een boom of struik. Ook haar zie je niet, maar ze is natuurlijk wel kwetsbaar tijdens de broedperiode en vlak erna als de jongen nog niet kunnen vliegen. In het Witte Veen zijn enkele broedparen actief. Vanaf 1994 houden we de aantallen bij. Als je ze al ziet, vind je ze in open heide en dennenbossen. We houden de vochtige heidelocaties daarom open. Ook de hooglanders helpen ons daarbij.