Nieuwkoopse Plassen gaan gebukt onder teveel stikstof
Het goudgele riet glinstert in de winterzon. Een schitterend gezicht voor de argeloze bezoeker van de Nieuwkoopse Plassen. Maar schijnt bedriegt. De natuur van dit veelzijdige natuurgebied gaat gebukt onder een overmaat aan stikstof.
Stikstof. Stikstof. En nog eens stikstof. Het is een hot item in de politiek en media, nu blijkt dat er stevige maatregelen nodig zijn om de overmaat aan stikstof in te dammen. Maar is het nu echt zo erg gesteld met de natuur door al die stikstof? We nemen een kijkje in de Nieuwkoopse Plassen (Zuid-Holland), waar Dirk Kunst namens Natuurmonumenten gebiedsmanager is.
Schoonheid
Dirk is trots op ‘zijn’ Nieuwkoopse Plassen. Een typisch Hollands landschap met veenweides, plassen, rietkragen en moerassen. Een gebied waar purperreigers broeden, waar het water schoner is geworden en de otter is teruggekeerd. Je kan er heerlijk varen, fietsen en wandelen. Niks aan de hand, zou je zeggen.
Maar Dirk weet beter. Met lede ogen ziet hij complete landschappen verdwijnen door toedoen van stikstof in de vorm van ammoniak en stikstofoxiden.
“Het gaat niet om een plantje of vlindertje dat we kwijtraken, maar om hele leefgemeenschappen die uniek zijn in Europa. Trilveen bijvoorbeeld, maar ook blauwgrasland, moerasheide en veenmosrietland. Bijzondere landschappen met hun eigen planten en dieren, met hun eigen kleuren, geuren en geluiden. Ze bestaan al eeuwenlang, dankzij de schrale omstandigheden die hier van nature bestaan. Die schoonheid en verscheidenheid dreigen we te verliezen. ”
Sluipend proces
Dat komt door veel te veel stikstof in de natuur. Die overdaad werkt als een soort mest. Planten die dat goed verdragen, groeien uitbundig. Planten die dat niet doen, verdwijnen. Winnaars zoals grassen, berken en haarmos, verdringen verliezers zoals orchideeën en schorpioenmos.
De overdaad van stikstof komt van alle kanten. Van verkeer en industrie en van de omringende weidegronden die soms letterlijk tot aan de grens van het natuurgebied worden bemest. De mest bevat stikstof in de vorm van ammoniak. Dat verdampt en slaat grotendeels verderop weer neer, in de kwetsbare natuur van de Nieuwkoopse Plassen.
Dirk ziet de hoeveelheid ammoniak helaas weer toenemen in plaats van de eerder nog voorspelde afname. “Het RIVM heeft hier meetbuisjes geplaatst waarmee ze de ammoniakconcentraties vanaf 2012 meten. De grafieken schieten nu weer omhoog.”
De invloed van stikstof is het grootst in de randen, maar dringt steeds verder de natuur in. “Het is een sluipend proces met een opeenstapeling van negatieve effecten. Kwetsbare planten worden steeds verder teruggedrongen, vervolgens ook insecten die van die planten afhankelijk zijn en daaropvolgend vogels en andere dieren die insecten eten. Eeuwenoude kringlopen leggen het loodje.”
Tijd gekocht
Dirk kijkt echter niet lijdzaam toe hoe stikstof steeds dominanter wordt in het Zuid-Hollandse natuurgebied. Hij ziet zelfs perspectief voor de toekomst.
“De afgelopen tien jaar hebben we keihard gewerkt om tijd te kopen voor de natuur. Met hulp van subsidies voor behoud van de biodiversiteit hebben we flinke stukken natuur hersteld. Verzuurde grond is geplagd, er zijn nieuwe petgaten gegraven en we maaien nu in de nazomer in plaats van de winter om ruimte te scheppen voor de kwetsbare soorten die hier van oudsher groeien.
Dat heeft effect, maar het is een tijdelijke oplossing. Kwetsbare natuur kan er misschien tien tot vijftien jaar mee vooruit. Tijd waarin we kunnen zorgen dat de stikstofuitstoot voldoende is gedaald. Want anders zijn opnieuw ingrepen nodig, zover dat nog kan. Je kunt niet eeuwig blijven plaggen en graven. Dat kan de bodem niet aan, het effect houdt een keer op.”
Kansen
Maar de tijd die er nu nog resteert, biedt kansen, vindt Dirk. “De stikstofcrisis geeft aanleiding om het roer om te gooien. Dat kan ook. Eerder hebben we milieuproblemen met zure regen en de ozonlaag overwonnen. Nu staan we als maatschappij voor een nieuwe uitdaging: we móeten met zijn allen minder stikstof gaan uitstoten en de natuur beter beschermen. Het begin is er al. Langzaam zie ik een nieuwe realiteit ontstaan. Er is steeds meer animo om over te stappen op duurzame energie, op elektrisch rijden en duurzame landbouw met ruimte voor natuur. Zo werken we in Zuid-Holland al veel samen met boeren die steeds meer rekening houden met de natuur in hun bedrijfsvoering. Op die weg moeten we gestaag doorgaan.
Daar krijgen we ook veel voor terug. Natuur die er mag zijn, waar plaats is voor allerlei levensvormen. En die een positief effect heeft op onze leefomgeving en onze gezondheid. Ammoniak en stikstofoxiden vormen ook fijnstof in de lucht, wat schade aan luchtwegen kan veroorzaken. Veel kinderen hebben astma door de hoge gehaltes stikstofoxide in de lucht. We verstikken onszelf als we het probleem negeren.
Laten we dus goed voor de natuur zorgen en de ruimte voor natuur koesteren. Zuid-Holland bestaat nog maar voor 6% uit natuur. Door de groei van de bebouwde omgeving en de bevolking zal de behoefte aan natuur alleen maar toenemen.”
Meer weten? Zie: ons standpunt over stikstof en een overzicht van herstelwerkzaamheden.