Konijn
Grote donkere ogen en een pluizige vacht: wie valt er nu niet voor de charmes van het konijn? Helaas gaat het niet goed met dit prachtige dier, sinds 2020 staat het op de Rode Lijst van bedreigde soorten. Lees hier alles over het konijn: kenmerken, verspreiding, leefwijze en bescherming.
Hoe herken je een konijn?
Haas of konijn? Het valt niet altijd mee om dat in een flits te bepalen, als je een pluizig dier met lange oren ziet. Niet zo gek, die verwarring, want beide zijn zoogdieren die tot de haasachtigen behoren. Maar kijk je eens goed, dan zijn er toch duidelijke verschillen. Zo is alles aan een konijn (Oryctolagus cuniculus) kleiner dan bij een haas (Lepus europaeus). Andere kenmerken van het konijn zijn:
- Kort wipstaartje met witte onderkant en zwart van boven
- Géén zwarte oorpunten als de haas, maar fijne zwarte randjes langs de oren
- Vrij korte oren, terwijl bij de haas de oren langer zijn dan zijn hoofd
- Een konijn heeft donkere ogen, bij een haas zie je de amberkleurige iris
- Leeft in groepen, nooit alleen
Waar komt het konijn voor?
Vroeger kwam het konijn alleen voor in het Middellandse Zeegebied, maar dat is alweer eeuwen geleden. Edelen en monniken reisden door Europa en namen konijnen mee om cadeau te doen, geliefd als de dieren waren om hun vlees en bont. En zo kwam het konijn in de 13e eeuw ook in Nederland terecht.
Je vindt ze niet in elke type terrein, want de konijnenfamilie moet wel lekker kunnen graven. Daarom tref je ze niet gauw op zware klei of in veengebieden. Zand heeft de familie het liefst. En dat vind je in tuinen, bosranden, duinen en op landgoederen.
Nationaal Park Schiermonnikoog is een heel goede plek om konijnen te kijken. Op veel andere plekken is het konijn zo zeldzaam geworden dat je erg veel geluk moet hebben om er eentje te zien.
Hoe leeft een konijn?
Als je een konijn ziet, is de rest van zijn familie meestal niet ver weg. Samen is het veiliger. Bij dreigend gevaar stampt er eentje op de grond om de rest van zijn familie te waarschuwen. Een konijnenhol bestaat onder de grond uit vele gangen en kamers. In één zo’n hol leven maximaal 10 konijnen bij elkaar. Binnen zo’n familie is er een duidelijke rangorde, op leeftijd gebaseerd. Zo hebben de oudere vrouwtjes een plek midden in het hol, terwijl de jonge vrouwtjes aan de rand leven.
Voortplanting
Van januari tot juli is het tijd voor jonge konijntjes. Tot twee of drie keer per seizoen krijgt een vrouwtje jongen. Wat in theorie 20 nieuwe konijnen per moeder kan opleveren. Maar door ziektes, kou en roofdieren overleven vele jongen het niet.
Het vrouwtje maakt een speciale kraamkamer aan het einde van een zijgang in het hol. Daar bouwt ze een nestje van gras, bekleed met warme wol die ze uit haar eigen vacht trekt. De jongen worden doof, blind en kaal geboren, maar van die hulpeloosheid is al na twee weken weinig over: tijd om buiten te spelen! En nog eens anderhalve week later staan ze op eigen benen.
Voedsel
Echte vegetariërs zijn het, konijnen, die dol zijn op grassen, kruiden, jonge struiken of akkergewassen. Als het maar jong en vers is, want dan is het licht verteerbaar én rijk aan eiwitten. Ook in de winter gaat het knabbelen gewoon door, een winterslaap doen ze niet aan.
Ziektes
Dat het tegenwoordig zo slecht gaat met konijnen heeft te maken met virusinfecties, verkeer, de landbouw en de jacht. Vooral dodelijke ziektes als myxomatose en het zogenaamde VHS-virus zorgen al tientallen jaren voor vele slachtoffers.
Sporen
Bescherming
Boswachter Jowien van der Vegte van Natuurmonumenten werkt in de duinen van Zuid-Kennemerland en is dol op konijnen. Ze noemt zichzelf ook wel een ‘duinkonijn’.
“Vroeger ging ik al met mijn vader mee konijnen tellen in de duinen. Dan gingen we met de auto op pad in het donker, superspannend! En maar tellen, alle konijnen die voor de auto wegsprongen. Nou, dat waren er een stuk meer dan tegenwoordig. Toen telde je met gemak 60 per ritje, nu ben je al blij als je er 6 telt op je inventarisatierondje.
Als Natuurmonumenten proberen we de konijnen te helpen waar we kunnen, want ze zijn enorm belangrijk voor de duinen. Belangrijke grazers, die helpen de duinen open te houden met duingraslanden vol bloemen en kruiden. Omdat er zo weinig konijnen zijn, zetten wij grote grazers in om het gebied open te houden: Schotse hooglanders en konikpaarden, naast de wilde damherten. Zo houden we het ook geschikt voor de konijnen. En nu maar hopen dat ze zelf over de virussen heen groeien.”