Ga direct naar inhoud

Kikker

Zodra het voorjaar begint, roepen de mannetjeskikkers de vrouwtjes. De een doet dat met luid gekwaak, de andere soort met zacht gebrom. Met wat geluk vind je het resultaat van hun hofmakerij in een ondiepe vijver of sloot: kikkerdril.

Heikikker

In Nederland is de heikikker de eerste soort die eitjes legt, wel 600 tot 3.000 per vrouwtje. Net als de bruine kikker die vaak al in maart op vrijersvoeten gaat. Groene kikkers beginnen pas in april of mei met eieren leggen. Flinke klonten dril waar al binnen een paar weken dagen uitkomen. Met hun wiebelstaartjes bewegen ze ze zich door het water. Van kikkervis tot kikker is een flinke verandering, en lang niet alle dieren halen dit volwassen stadium, maar als het lukt, dan is dat kleine kikkervisje een prachtig dier geworden.

Kikkerdril heikikker

Kikkerdril van de heikikker

De kracht van de kikker

Hij springt vijf tot tien keer zijn lichaamslengte, kan prooien aan met de helft van zijn eigen gewicht en kan mede dankzij huidademhaling minuten onder water blijven. De kikker, één en al kracht! Drie lichaamsdelen van een kikker uitgelicht:

Voorpoten
Voor de stroomlijning tijdens het duiken drukt de kikker de voorpoten tegen het lijf. De gladde huid doet de rest. De voorpoten spelen bij het zwemmen geen rol. Vrouwelijke kikkers hebben dan ook dunne voorpoten. Mannen niet; zij hebben gespierde voorpoten om de vrouwtjes tijdens de paring goed vast te houden.

Rug
De kromme rug lijkt gebroken. De ‘bult’ is echter het driedelig gevorkt bekken, dat perfect gebouwd is om bij het landen de klap op te vangen.

De achterpoten
De achterpoten, of ‘de kikkerbilletjes’, zijn heel erg gespierd. De kikker heeft een verlengd sprongbeen en dankzij een hefboommechanisme kan hij tot tien keer zijn eigen lichaamslengte springen. Tijdens de sprong strekt de kikker zijn lijf om zo min mogelijk weerstand van de lucht te voelen.

Soorten kikkers

Nederland telt zes soorten inheemse kikkers. Hieronder een nadere kennismaking.

Bruine kikker
Een middelgrote kikker die algemeen voorkomt. De kleur kan varieert van bruin tot groenbruin, grijsbruin en roodbruin. Dankzij stugge, eeltachtige paarborstels aan de duimen lukt het de bruine kikkermannen om glibberige vrouwen in het water vast te houden.
 

bruine kikker

Bruine kikker

Bastaardkikker
De meest voorkomende van de drie soorten groene kikkers in Nederland, ook bekend als middelste groene kikker. De naam bastaard verwijst naar zijn herkomst; het is een hybride die ontstaan is uit een kruising van een poelkikker en meerkikker.

Poelkikker
De kleinste van de drie groene kikkers. Een echte zonneliefhebber die vooral voorkomt in het oosten en zuiden van ons land.

Meerkikker
De grootste kikker van ons land. Een krachtige eter die ook een muis of vogel niet versmaadt. Vooral te vinden in het westen en noorden van Nederland.

Heikikker
Vertoont gelijkenis met de bruine kikker, maar is veel zeldzamer en leeft voornamelijk in vennetjes en poelen in heide-, veen en bosgebieden. In de paartijd (februari - april) kleuren de mannetjes licht- tot felblauw.

Boomkikker
Klein, felgroene kikkertje  met een herkenbare ‘kwaak’. Te vinden aan de rand van poelen, in struiken of op takken. Het is namelijk de enige kikker in Nederland die kan klimmen. Hij laat echter steeds minder vaak van zich horen; boomkikkers hebben last van verdroging en verlies van leefgebied.

boomkikker

Boomkikker

Bedreiging voor de kikker

Hoe sterk de kikker ook is, tegen één bedreiging is hij niet opgewassen. En nee, dan hebben we het niet over de reiger die er af en toe eentje uit het water vist. Het gaat over het ranavirus. Vooral voor soorten die al bedreigd zijn, zoals de knoflookpad, is dit virus echt een ramp. We proberen er alles aan te doen om verdere verspreiding te voorkomen. Het belangrijkste dat we doen is zorgen voor goede hygiëne als we van de ene plek naar de andere gaan.  Spoel je laarzen of wandelschoenen thuis af met leidingwater als je in een nat gebied bent geweest.

Bescherming

De explosie van pril leven in het voorjaar geeft goed aan hoe belangrijk poelen zijn voor de natuur. Als vaste stek voor bijvoorbeeld kikkers, padden, salamanders, ringslangen, libellen, waterkevers en waterslakken. Voor vogels en zoogdieren zijn poelen onmisbaar als drinkplaats. Door onder andere schaalvergroting in de landbouw zijn veel poelen verdwenen. Daarom heeft Natuurmonumenten in de loop van de jaren veel nieuwe poelen aangelegd, gelegen op zonnige plekken en met flauw oplopende oevers.

Geef kikkers een thuis in je tuin

Met een mooie, natuurlijke vijver kun je ook in je eigen tuin een plek creëren voor kikkers, padden en salamanders. Ook libellen, waterkevers en wantsen houden wel van zo'n plasje water. Voor vogels is het een plek om te badderen en te drinken. Heb je nog een plekje over? Leg dan een vijvertje aan. In deze tuintip van boswachter Mathiska lees je hoe je dat aanpakt.

Heb je kikkers in je tuin? Dan kan je in het voorjaar de eitjes (kikkerdril) in je vijver zien. Doe mee aan de jaarlijkse Kikkerdriltelling.