Das
De das ziet er gezellig uit, met zijn ronde voorkomen, markante zwart-witte kop en ondeugende uitstraling. Zo’n dier kom je graag tegen, maar dat gebeurt niet vaak. Hij is schuw en leeft vooral ’s nachts. Gelukkig komen ze wel op steeds meer plekken voor.
De das (Meles meles) is na de wolf ons grootste landroofdier. De vos doet qua lengte niet voor een das onder, maar de das weegt meer: gemiddeld 12 kg. De zwaarst bekende das woog zelfs 22 kg, een verkeersslachtoffer. Enkele kenmerken zijn:
- Kop-romplengte: 65 – 80 cm
- Staartlengte: 12- 19 cm
- Witte kop met 2 zwarte banen
- Lange, bewegelijke snuit
- Kleine ogen
- Gedrongen lichaam
- Zachte ondervacht en stugge dekharen
- Korte, krachtige poten
- Stevige nagels
Buitenbeentje
Officieel behoort de das tot de familie van de marterachtigen, echte roofdieren die hun prooidieren geestdriftig bejagen. Maar de das is in deze familie een buitenbeentje. Jagen gaat hem moeizaam af.
Liever scharrelt hij rustig rond, op zoek naar alles wat eetbaar is. Met zijn fijne neus en klauwen waarmee hij makkelijk graaft, vindt de das altijd wel iets. Hij is verzot op regenwormen, maar ook op kevers, slakken, muizen, reptielen, bessen, bramen, noten, knollen, eikels, paddenstoelen, maïs, koren en allerlei larven.
Ook vruchten vinden ze heerlijk, zoals appels. En dat vinden ze in een aantal van onze gebieden in overvloed, zoals in het Hengstven ten zuidoosten van de Loonse en Drunense Duinen. Daar hebben vrijwilligers in 2018 speciaal voor de dassen vijftig wilde appelboompjes aangeplant. Een lustoord voor de dassen in de buurt, die hun maag in september en oktober graag vullen met de sappige valappels op de grond. Via de beschutting van hagen en houtwallen zoeken ze na hun appeltochten hun burchten in de duinen weer op.
Liefhebber van kleinschalig landschap
Als echte scharrelaar kun je de das in allerlei soorten landschappen aantreffen, zolang er maar voedsel, beschutting en een rustplek is. Hun burcht bouwen ze graag hoog en droog, met op korte afstand vochtige voedselrijke plaatsen waar ze makkelijk kunnen graven.
Zo’n leefomgeving bestaat meestal uit kleinschalige akkers, weilanden, bosjes, beekdalen, houtwallen, boomgaarden, heggen en beek- en rivierdalen. Als daarin ook weinig verstoring is, heeft de das het naar zijn zin.
Schoon bed
Dassen graven hun eigen huis, een burcht. Vaak in hellingen en heuveltjes tot wel 4 meter onder de grond. Door de jaren heen kan zo’n burcht uitgroeien tot een fors bouwwerk met gangen, kamers, rotrondes, verdiepingen en luchtschachten.
De kamers zijn netjes gestoffeerd met gras, mos, bladeren, dennennaalden en varens. Dat wordt regelmatig ververst. Vooral van adelaarsvarens maken ze regelmatig een schoon bed. Want dassen zijn, anders dan vossen die nog wel eens een deel van een burcht kraken, nette dieren. Hun ontlasting doen ze buiten hun burcht.
Ze staan ook bekend als sociaal. Ze leven in familiegroepen en vaak leven er meerdere families in één burcht. En soms delen ze hun huis met konijnen of een vos. Een das laat zich overigens niet het kaas van zijn brood eten door zo’n buurman. Een vos die voedsel dreigt af te pakken, kan rekenen op een flink pak slaag.
Slapen
’s Winters verblijven dassen veel langer in hun burcht. Ze teren dan grotendeels op hun vetreserves die ze in de herfst hebben opgebouwd. Ze houden geen winterslaap, maar slapen vaak wel dagen achtereen in hun riante ondergrondse onderkomens. Wanneer het echt ijzig wordt, maken ze desgewenst een ingang dicht om de koud buiten de deur te houden.
In de lift
Tot ver in de vorige eeuw werd er flink op dassen gejaagd en daalde de stand tot circa 1200 dassen in 1980. De oprichting van Stichting Das & Boom in 1981 om de das en andere dieren te redden, betekende een keerpunt. Door beschermende maatregelen die volgden nam, hun aantal geleidelijk weer toe.
Tegenwoordig leven er zo’n 6000 dassen in Nederland. En nog steeds weet de das zijn leefgebied hier en daar uit te breiden.
Dat merken we ook in onze gebieden. Zo gaat goed met de das in de Loonse en Drunense Duinen. Hun leefgebied breidt zich al jaren uit naar het omliggende landschap en naar natuurgebied Huis ter Heide. Ook in natuurgebied Kampina is de das nu vaste bewoner, maar ook in minder voor de hand liggende gebieden, zoals het Naardermeer in Noord-Holland en De Onlanden in Groningen.
Veel verkeersslachtoffers
De opmars van de das heeft ook een keerzijde. Dassen volgen ‘s nachts vaste routes en steken daarbij vaak wegen over om bij de voedselrijke weilanden te komen. Dat oversteken kost veel dassenlevens. En afgelopen zomer gingen dassen noodgedwongen extra aan de wandel door de droogte, zoals de dassen in Salland. Daarbij komen de dieren meer wegen en spoorwegen tegen. Het verkeer werd ook een moeder-das in het Buurserzand fataal. Gelukkig konden haar baby-dassen worden gered.
Beschermende maatregelen, zoals de aanleg van dassentunnels, blijven nodig om de hoge aantallen verkeersslachtoffers terug te dringen.